Er bestaan heel wat technieken om textiel te personaliseren.
Dé ideale personaliseringstechniek bestaat nog niet. Er bestaat wel voor iedere toepassing een ideale techniek.
Hieronder proberen we enkele technieken alsook het toepassingsgebied te omschrijven.
Direct to garment printing (DTG):
Met een direct to garment printer kunnen we rechtstreeks op textiel printen.
Logo’s, foto’s, afbeeldingen,… kunnen makkelijk op t-shirts, hemden, sweatshirts,… gedrukt worden.
De opdruk is rekbaar en slijtvast, biedt een perfecte dekking en voelt zacht aan.
De textiel bevat best minimum 50% katoen en moet water opnemen, en liefst geen coating die de stof waterdicht maakt (zoals jassen, bodywarmers,…).
Ideaal dus voor een veelkleurenlogo of voor kleine aantallen.
Donkere textiel moet voorbehandeld worden.
Het product dat daarbij aangebracht wordt op het textiel, is lichtjes zichtbaar na het drukken, maar dit verdwijnt echter na het wassen.
Zeefdruk:
Ideaal voor grote oplages met weinig kleuren.
Hierbij is veel voorbereidend werk en nadien reinigingswerk mee gemoeid.
Er zijn geen specifieke vereisten voor de textiel.
Op polarfleece wordt zeefdruk afgeraden (geen platte vezel om op te drukken).
Op softshell is er risico tot bleeding.
Zeefdruk heeft een goede wasbestendigheid, en een grote waaier aan kleuren.
Zeefdruktransfers:
Zelfde procedure als zeefdruk, maar voor moeilijk bereikbare plaatsen, zoals schouders, mouwen, petjes,… Hiervoor wordt een logo in spiegelbeeld op een drager gedrukt.
Deze bedrukte drager kan ook bewaard worden om later het textiel te bedrukken.
Sublimatie:
Hierbij printen we digitaal in spiegelbeeld op een drager.
Deze drager leggen we op het textiel en persen dit op 200° gedurende 45 seconden.
De gestolde inkt ‘sublimeert’ (wordt gas) en reageert met de polyesterkorrel.
Dit is de meest wasechte techniek, omdat de inkt niet OP de stof, maar IN de stof zit.
Deze techniek voldoet aan de hoogste eisen op het gebied van kleurvastheid en duurzaamheid.
Het textiel moet minimum 65% polyester bevatten.
Er bestaat geen witte sublimatie-inkt, dus dit lukt alleen als de opdruk donkerder is dan het textiel (bv zwart op geel drukken of donkerblauw op rood, maar geen gele druk op donkergrijze textiel). Ademende textiel, ook na het drukken.
Ecosoltransfers: ook wel ‘printable flex’ genoemd
Hierbij printen we op een witte drager.
De contouren van het logo worden gesneden.
Na uitpeelen krijgen we een mooie full color opdruk.
Vooral voor kleinere aantallen of met veel kleuren in het logo.
Kan op zowat alle soorten textiel toegepast worden.
Bijna onbeperkt aantal kleuren.
Wasbestendig tot 60°C.
Opdruk van fotokwaliteit.
Kan ook toegepast worden op nylon.
Lasertransfers:
Worden meestal gebruikt voor een evenement, éénmalige gebeurtenissen (sjaaltjes, t-shirts, promo-artikelen, petjes…).
Deze techniek kent een beperkte wasbestendigheid, maar is goedkoop en kan ook gebruikt worden voor hele kleine orders.
Embossing:
Hierbij wordt een ontwerp in het textiel ‘gestampt’.
Hierdoor krijgen we een reliëf.
Deze techniek wordt veel toegepast op leer.
Strass of bling:
Het ontwerp wordt gevormd door middel van pareltjes (strass-steentjes).
De steentjes zijn aan de ene kant vlak en bol aan de andere kant.
Doormiddel van hitte of ultrason worden de strass-steentjes op het textiel aangebracht.
Borduren:
Voor een klassevolle personalisering is borduren nog steeds dé techniek bij uitstek.
Kan op bijna alle materialen.
Wordt vooral toegepast op hemden, jassen, sporttassen, handdoeken,…
Wordt minder toegepast op dunnere stoffen, zoals t-shirts of sjaaltjes, omdat de borduring dan te hard is en het textiel zijn souplesse verliest.
Best ook niet op echte regenjassen type K-way, omwille van de waterdichtheid.
De duurzaamheid van deze personalisatietechniek is top!
Flex:
Via een snijplotter wordt het ontwerp gesneden.
Na het snijden wordt het materiaal, dat niet overgedragen moet worden op het textiel, weggehaal. Dit noemen we ‘peelen’.
Na het peelen wordt dit ontwerp via een transferpers op het textiel geperst.
Dit is vrij arbeidsintensief, en ideaal voor kleine oplages met niet te veel detail, in één of twee kleuren.
Wordt veel gebruikt op sportkledij.
Heel kwalitatieve techniek met scherpe beelden, mooie dekkracht en heel goed wasbaar.
Kan op alle soorten textiel toegepast worden.
Sommige coatings die de stof waterdicht maken, werken niet.
Polar Fleece kan hiermee gepersonaliseerd worden, maar is niet mooi.
De plaat van de transferpers drukt de vezels te veel in, en dit zie je op de textiel (een harde, blinkende, platgedrukte rechthoek).
Nadeel: heel fijne of kleine logo’s zijn moeilijk te weeden.
Dé ideale personaliseringstechniek bestaat nog niet. Er bestaat wel voor iedere toepassing een ideale techniek.
Hieronder proberen we enkele technieken alsook het toepassingsgebied te omschrijven.
Direct to garment printing (DTG):
Met een direct to garment printer kunnen we rechtstreeks op textiel printen.
Logo’s, foto’s, afbeeldingen,… kunnen makkelijk op t-shirts, hemden, sweatshirts,… gedrukt worden.
De opdruk is rekbaar en slijtvast, biedt een perfecte dekking en voelt zacht aan.
De textiel bevat best minimum 50% katoen en moet water opnemen, en liefst geen coating die de stof waterdicht maakt (zoals jassen, bodywarmers,…).
Ideaal dus voor een veelkleurenlogo of voor kleine aantallen.
Donkere textiel moet voorbehandeld worden.
Het product dat daarbij aangebracht wordt op het textiel, is lichtjes zichtbaar na het drukken, maar dit verdwijnt echter na het wassen.
Zeefdruk:
Ideaal voor grote oplages met weinig kleuren.
Hierbij is veel voorbereidend werk en nadien reinigingswerk mee gemoeid.
Er zijn geen specifieke vereisten voor de textiel.
Op polarfleece wordt zeefdruk afgeraden (geen platte vezel om op te drukken).
Op softshell is er risico tot bleeding.
Zeefdruk heeft een goede wasbestendigheid, en een grote waaier aan kleuren.
Zeefdruktransfers:
Zelfde procedure als zeefdruk, maar voor moeilijk bereikbare plaatsen, zoals schouders, mouwen, petjes,… Hiervoor wordt een logo in spiegelbeeld op een drager gedrukt.
Deze bedrukte drager kan ook bewaard worden om later het textiel te bedrukken.
Sublimatie:
Hierbij printen we digitaal in spiegelbeeld op een drager.
Deze drager leggen we op het textiel en persen dit op 200° gedurende 45 seconden.
De gestolde inkt ‘sublimeert’ (wordt gas) en reageert met de polyesterkorrel.
Dit is de meest wasechte techniek, omdat de inkt niet OP de stof, maar IN de stof zit.
Deze techniek voldoet aan de hoogste eisen op het gebied van kleurvastheid en duurzaamheid.
Het textiel moet minimum 65% polyester bevatten.
Er bestaat geen witte sublimatie-inkt, dus dit lukt alleen als de opdruk donkerder is dan het textiel (bv zwart op geel drukken of donkerblauw op rood, maar geen gele druk op donkergrijze textiel). Ademende textiel, ook na het drukken.
Ecosoltransfers: ook wel ‘printable flex’ genoemd
Hierbij printen we op een witte drager.
De contouren van het logo worden gesneden.
Na uitpeelen krijgen we een mooie full color opdruk.
Vooral voor kleinere aantallen of met veel kleuren in het logo.
Kan op zowat alle soorten textiel toegepast worden.
Bijna onbeperkt aantal kleuren.
Wasbestendig tot 60°C.
Opdruk van fotokwaliteit.
Kan ook toegepast worden op nylon.
Lasertransfers:
Worden meestal gebruikt voor een evenement, éénmalige gebeurtenissen (sjaaltjes, t-shirts, promo-artikelen, petjes…).
Deze techniek kent een beperkte wasbestendigheid, maar is goedkoop en kan ook gebruikt worden voor hele kleine orders.
Embossing:
Hierbij wordt een ontwerp in het textiel ‘gestampt’.
Hierdoor krijgen we een reliëf.
Deze techniek wordt veel toegepast op leer.
Strass of bling:
Het ontwerp wordt gevormd door middel van pareltjes (strass-steentjes).
De steentjes zijn aan de ene kant vlak en bol aan de andere kant.
Doormiddel van hitte of ultrason worden de strass-steentjes op het textiel aangebracht.
Borduren:
Voor een klassevolle personalisering is borduren nog steeds dé techniek bij uitstek.
Kan op bijna alle materialen.
Wordt vooral toegepast op hemden, jassen, sporttassen, handdoeken,…
Wordt minder toegepast op dunnere stoffen, zoals t-shirts of sjaaltjes, omdat de borduring dan te hard is en het textiel zijn souplesse verliest.
Best ook niet op echte regenjassen type K-way, omwille van de waterdichtheid.
De duurzaamheid van deze personalisatietechniek is top!
Flex:
Via een snijplotter wordt het ontwerp gesneden.
Na het snijden wordt het materiaal, dat niet overgedragen moet worden op het textiel, weggehaal. Dit noemen we ‘peelen’.
Na het peelen wordt dit ontwerp via een transferpers op het textiel geperst.
Dit is vrij arbeidsintensief, en ideaal voor kleine oplages met niet te veel detail, in één of twee kleuren.
Wordt veel gebruikt op sportkledij.
Heel kwalitatieve techniek met scherpe beelden, mooie dekkracht en heel goed wasbaar.
Kan op alle soorten textiel toegepast worden.
Sommige coatings die de stof waterdicht maken, werken niet.
Polar Fleece kan hiermee gepersonaliseerd worden, maar is niet mooi.
De plaat van de transferpers drukt de vezels te veel in, en dit zie je op de textiel (een harde, blinkende, platgedrukte rechthoek).
Nadeel: heel fijne of kleine logo’s zijn moeilijk te weeden.